Na weer het hartelijke afscheid van Anna, waar ik maar een paar worden van kan verstaan, ga ik langs het oude receptie gebouw rechtsaf de weg op richting het noorden. Het is inmiddels al weer bijna 11 uur en vreselijk heet. Ik kan het nauwelijks bevatten dit is alweer de twaalfde dag en een hitte golf achtervolgd me door Scandinavie. Ik had al gehoord dat er wat wegwerkzaamheden waren richting Karresoando en als ik het bordje zie staan is het goed prijs. Over 21 lange kilometers is het wegdek weer tot op een meter diep met zware machines opengetrokken. Sommige stukken gaan wel want daar is de nieuwe laag puin met gravel al lekker aangereden maar op andere gedeeltes liggen weer de vuist grote stukken puin waar je voor uit moet kijken dat je voorwiel niet ineens wegschiet. Het is wel een van de mooiste stukken vind ik zelf, met prachtige bossen en de zwart rollende heuvels in de verte en de toendra niet ver meer weg.
Als het asfalt eindelijk weer gaat beginnen stap ik een poosje af en sta een tijd te praten met Patrick, die uit Galivare komt. Zelf is hij met de motor en werkt voor een van de grote mijnbouw ondernemingen in Kiruna. Waar hij zich bezig houdt met het verpulveren van het ijzererts en het scheiden daarvan. Hij verteld dat dit met zware magneten gebeurt. Ook is hij wel eens als bedrijfsuitje naar Lanavaara geweest. Dat is een klein plaatsje op zo’n 30 kilometer van waar we nu staan. Je kan er goud zoeken op “touristische” basis. Van de zoon van Anna hoorde ik al dat er al jaren geen goud meer gevonden is. Ik had het leuk gevonden om dat eens te proberen.
Als ik later in Karresoando aan de lunch zit zie ik hem nog een keer. Hij is met familie die met de auto reizen. Na de lunch en het winkelen voor wat kleine spulletjes ben ik klaar om verder te gaan. Ik kan nog maar nauwelijks lopen op mijn linker been maar gek genoeg is de fietsbeweging nog goed te doen. Ik besluit om een cabin te gaan zoeken. Als ik voor de brug met Finland een camping zie met cabins ga ik eraf. De camping baas heeft nog een cabin voor 200 SEK ongeveer € 20 zeg maar. Als ik het hokje open doe zie kom ik in een soort van vermolmd tuinhuisje terecht waar niet eens een bed maar een stoffige oude door honden aangevreten bank staat. Ik ga weer richting het hoofd gebouw en vraag mijn geld terug. Daar wordt de oude baas wel een beetje sacherijnig van maar dat interesseert me niet. Toch maar vast blijven houden aan het oude traject en de bekende plaatsen.
Ook had ik dit jaar naar Kilpissjarvi willen gaan, maar ik hoorde al diverse keren dat de weg langs de Noorse kust in deze tijd is omgetoverd tot een soort caravan en camper spoor. Dan weet ik nog zo’n beproefd adres en dat is net voor de Noorse grens vanuit Finland. Galt Tivaa heet het volgens mij. Na de misser van het vermolmde tuinhuisje is het inmiddels alweer 4 uur geworden. Al dagen rij ik zonder Garmin track dus ik weet wel de weg maar weet niet meer precies hoever het was. Dit blijkt iedere keer weer tegen te vallen. Was ik vroeger sneller of reed ik toen langer? Gister reed ik al een nette 205 km en ik wilde vandaag rustig aan doen om mijn linkerbeen wat te ontlasten. Ik dacht dat ik voor de cabins van Gault Tivaa nog een kilometer of 60 zou moeten rijden. In de praktijk viel dit tegen en ik zag vooraf al borden voor deze cabins op 25 km. Ook de tijd dat ze sluiten staat erbij. 21:00. Druipend van het zweet kom ik om 20 voor 9 aan bij een uitgestorven Gault Tivaa. “Finske Tid” of iets in die trant staat er op het bordje van de cabins. Het uur tijdsverschil waar ik niet aan gedacht heb heeft me dus lelijk opgebroken.
Door naar het Freetids Center, ook al zo’n beproefd recept. Kleine oude cabins voor niet al te veel geld, iets waar je goed voor moet zoeken in Norwegen. In gedachte weer in mijn hoofd iets van 10 a 15 kilometer over de grens. Onderweg prachtige wolkenluchten met vuurrode zon. Hier doe je het toch allemaal voor. In mijn ervaring zijn de avond en nacht ritten toch nog het mooist. Ik begin te vermoeden dat de Freetids Camping met de laatste Amerikaanse sateliet naar de zon is afgeschoten want ik blijf maar rijden. En om 20 voor elf na 202 Km en maar 11 kilometer van Kautokeino is ‘ie daar. Dezelfde ietwat vreemde vrouw van de laatste keren komt gelukkig naar de receptie. Ik krijg zelfs nog wat korting van haar omdat ik na 3 keer tot de vaste klanten ga behoren, want ze is dan een beetje vreemd maar ze herkende me wel.
Na het wassen van de nu bijna niet meer aan te raken fietsspullen ga ik zelf ook lekker douchen en daarna wat pasta koken. Hoewel door de camping bazin beloofde gratis WiFi internet aanwezig zou zijn kon het niet door mijn pc of telefoon niet gevonden worden. Een paar liter rooibos thee later ga ik behoorlijk uitgewoond naar bed.
Vandaag wilde ik eigenlijk minimaal tot Alta of de hele weg naar Skaidi. Dit laaste is ongeveer 235 km. Het ging na een kilometer of 80 regenen en heb dit aan gegrepen om de Fjell Stue in te draaien. Heb daar al een paar keer koffie gedronken. en een echte aanrader. Morgen als het droog is Russeness. enkel gaat iets beter. Gr, arthur
hoi Arthur!
volgens mij is dat precies de camping waar ik in 2012 en 2009 geweest ben. Is het een “saami” vrouw, en waar je midden op het grasveld zo’n tent hebt staan? In 2012 ontdekte ik pas dat je daar ‘s avonds koffie kunt drinken met een oude man die daar vuur in de tent stookt 🙂
Respect dat je gewoon flink door blijft trappen met die blessure, ik krijg de indruk dat je de Noordkaap wel weer gaat halen 🙂 Hier gaat het ook niet veel beter met de blessures…