Wekker om 8 uur gezet…. Nooit gehoord, ging ‘ie wel af? Nou dat is nog stressen voor het ontbijt buffut in het E-10 hotel. De naam doet vermoeden dat het een internationaal professioneel gebeuren is, maar niets is minder waar. Als ik nog ruim voor de sluitingstijd van half 10 beneden kom is er bijna niets meer. Weer veel tubes met rottende visproducten, die ik zoveel mogelijk links laat liggen. er staan nog een paar bakken met warm spul, wellicht een paar vers gescrambelde eitjes met roomboter en room? Als ik het deksel eraf trek blijk het een soort van havermout pap te zijn die waarschijnlijk al vanaf een uur of half 7 heeft gestaan. Alleen een bedrijf wat gespecialiseerd is in beton conservering zou er nog wat mee kunnen. Geen goede maar wel al een late start.

Na toch nog wat eetbaars te hebben gevonden ga ik op m’n kamer nog maar eens douchen en trek dan m’n gisteravond gewassen shirt weer aan. Als ik wegga is het al 12 uur. Aan de overkant is een grote COOP en ernaast diverse pizza kebab of ander soortige vet zaken. Eerst in de COOP eens lekker rondgeneuzeld. Bij de ingang hangen allemaal scanners die je mee mag pakken om de prijzen de controleren en alvast op te tellen. Royaal sla ik weer in met koekjes en 4 Japp repen die me goed bevallen. Ze worden niet te hard als het koud is, nu alleen maar hopen dat ze niet in baby poep veranderen als het warm gaat worden. De naam slaat ook goed aan. Ik dacht dat de Londense hooftinspecteur uit de series van Hercule Poirot ook Japp hete?

Daarna vervoeg ik me bij de Swedisch Pizza Maffia om bij de Capi di Capo een Gorgonzola pizza te bestellen. Met een originele cola van Zweedse makelijk, al sinds 1954 staat er op het flesje. Een bedrijf wat al zo lang zaken doet kan haast geen rotzooi leveren, en het smaakt best. Het is al kwart over 1 als ik eindelijk uit Kiruna vertrek. De weg is aanvankelijk ligt naar beneden en het is zonnig. Zo nu kunnen we weer een kilometers gaan maken.

20 kilometer buiten Kiruna wordt ik bijna door een “zwalker” gepakt. De zwalker houd zich bezig met : het afregelen van de airco, het aansteken van een sigaret, het bellen met mobiel, finetunen van een radio signaal, paar munten tussen de bekleding vandaan halen, de achteruitkijk spiegel verzetten, het neerlaten van de electrische ramen, opwrijven van de bril of het opdoen van lippenstift. De echte goeien kunnen bovenstaande allemaal tegelijkertijd, en wat alleen dan niet meer lukt is op de weg te letten. Zo was het ook met deze. Gelukkig zag ik het in mijn spiegel al aankomen en zit al met m’n banden in de kiezels langs de weg als de zwalker op luttele centimeters langs mijn elleboog trekt. Ik schreeuw met mijn vuist schuddend nog een verwensing in de trant van “kan je niet uitkijken lummel” en ook de vrachtwagen die achter de zwalker zit geeft hem of haar een 20 seconden lange aubade met zijn luchthoorn. Bij de volgende kruising gaat de zwalker eraf. Even verwacht ik dat hij of zij de excuses aan gaat bieden voor het zo nonchalant met mijn leven spelen. Maar laf rijd de auto verder.

Vanaf nu verlaat mijn linker oog helemaal de buitenspiegel niet meer, je hoort het vaker van fietsers dat ze bijna geraakt worden of van de weg worden gereden. Als je met 120 gepakt wordt heb je aan zo’n plastic show helmpje natuurlijk ook helemaal niks. Je kan beter voor 15 euro een goed spiegeltje kopen om de controle en regie over je eigen leven te houden. In Noorwegen had ik tussen de vlijmscherpe kartelmessen die ze daar vangrails noemen geen schijn van kans gehad.

Na de afslag naar Vitangie en Karesuando is de weg meestal drukker omdat hier een hoop verkeer bij elkaar komt en allemaal naar het zuiden doorstroomd. Als ik in de verte de oude spoorbrug en het bord voor de Lapponia Lodge zie besluit ik hier lekker op mijn gemak te wachten tot het na 7 uur helemaal verkeersvrij is. Dan nog 62 km naar Galivare om daar om 10 voor 7 ‘s ochtends de trein te pakken naar Ostersund.

Die laatste 62 km gingen niet gemakkelijk, aanvankelijk tikte ik zo 40 km weg, maar daarna was het hel. Eerst moest het verkeer wachten voor een stoplicht. Veel trucks met teer en gravel een paar aanwalsers en ander zwaar materieel. Toen reed ik in een scheur in de weg, en in een keer snakebite (band lek geslagen op de velg) De Joe No Blow vloeistof had de gaten niet gedicht. Waren ze te groot of werkt dat spul gewoon niet? wel gaf het een vreselijke troep in de band, net of er iemand een kokosnoot in heeft laten leeglopen. Als dat gefixed is krijg ik nog een tweede lekke en dit keer een stukje scherp erin gereden.

Ik had erop gerekend voor 10 uur in Galivaren aan te komen maar dat is kwart over 11 geworden met al die wegwerkzaamheden en lekke tubes. Normaal slaap ik altijd op de banken voor het station, maar na zoveel ellende heb ik wel alweer een hotelletje verdiend. Morgen om half 6 op en dan ontbijt en vlug naar de trein.