Het wekkertje van mijn nieuwe smartphone is nog niet bijdehand genoeg om zichzelf in de snooze stand te kunnen zetten, dus doe ik dat maar even een keer handmatig voor. Zou de Windows Phone dit wel kunnen vraag ik me af of zou dit alleen een Android kwaal zijn? Gister heb ik geen blog update gemaakt want ik heb lekker de hele dag niets gedaan en me verder met niemand bemoeid. Vandaag is het weer een grote dag want dan staat er weer een mini cruise op het programma. Ik hoop dat er niet weer zo’n clubje van die volgepakte Duitse vlaggetjes fietsers op de kade staat te wachten zoals vorig jaar, om nog maar weer een keer met veel bombarie de voordelen van de voor wereld fietsers welhaast mythische Rohloff naaf nog een keer op te sommen. Ze houden elkaar al zoveel jaren voor de gek met dat super zware lompe ding wat maar in één versnelling redelijk zonder wrijving vooruit te branden is, te weten de elfde, dat ze allemaal zijn gaan geloven dat het “ein super geiles” schakel optie is, nur für profis.

De Hurtigruten is zoals gewoonlijk weer stipt op tijd. Het kost wat maar daar krijg je wel wat voor terug. Eenmaal aan boord loop ik naar de receptie om een kaartje te kopen. Ik informeer naar een ticket voor Trontheim om daarvandaan met de trein weer terug te rijden naar Ostersund in Zweden. Mijn idee is dat tijdens deze meerdaagse reis mijn achillespees en of kuit weer een beetje kunnen bijkomen. Als het meisje tegen me zegt dat dat omgerekend ongeveer € 800,00 gaat kosten vraag ik of dat ook zonder hut kan. Ik lig liever voor niks op de brede comfortabele banken in de lounge dan op de hyper dure super smalle matrozenbedjes, die met 3 zijn opgesteld tussen 4 muren zonder ramen van grijs getjette traanplaat. Maar dat ging niet, volgens de Hurtigruten hostess. Dan maar weer naar Harstad. Dan hoef je geen hut te nemen. Het zal wel weer behoorlijk klimmen worden met de fiets om via de Riksgränsen Abisko National Park weer in te rijden, maar dat is het wel waard. Laat ik vanavond nog een keer een extra offer maken bij het altaar van de Ducttape en Tiewrap goden in het vooronder naast de ankerketting bak, en bidden voor nog een week van dit prachtige weer.

Eenmaal aan boord zoek ik een tafeltje op ergens achterin, ik ben dan nog samen met Geert een sympathieke Belgische Randonneur die onder andere 2 keer Parijs Brest Parijs heeft gereden. De laatste keer dat ik er was reed ik de 1248 km heen en weer van Parijs naar Brest niet uit, maar ben wel in dezelfde groep gestart om 5 uur op dinsdag morgen. Toen kende we elkaar nog niet maar ik heb hem vast gezien. Wat een toeval, of bestaat dat niet? Alweer een prachtige dag met zelfs ‘s morgens vroeg al hoge temperaturen en een heerlijke warme zon. Op het dek waag ik me niet want dat zit helemaal rampe stampes vol deze reis, alleen om mij te tergen, Duitse bejaarden. Intussen verhuis ik naar de voorste lounge waar het heel rustig is, van de oude plek verjaagd door een Spaanse familie met kleine kinderen. Ze zeggen wel dat je Nederlanders overal bovenuit hoort, maar deze club van 123 irritante Duitse “rentner” maken meer herrie dan een Ghanese discotheek op zaterdag avond. Als het tegen vieren wat frisjes begint te worden willen ze natuurlijk allemaal een tafeltje of liefst een paar stoelen plus tafeltje en bank langs het raam. Jammer voor hun heb ik daar al en plekje vanaf 07:15 uur.

In de lounge gaan ze nu tweede rij met gedraaide stoelen naar de ramen zitten turen. Sommige stoelen kunnen niet draaien, maar met een paar tegelijk krijgen ze het bijna voor elkaar om het meubilair wat met op 1800 graden geharde scheepsbouten aan het dek zit verankerd los te rukken. Ik zit met m’n rug naar de ramen en als er iets in diverse talen word omgeroepen komen ze allemaal bij het Duits in een soort van “Wuppertaler rundschau” wave uit de goedkope imitatie leren clubfauteuils. Dan dringen ze naar voren naar de ramen toe met camera’s waarvan de lenzen zo groot zijn dat het op licht artillerie geschut gaat lijken, en begin ik bang te worden. Ben ik na al die jaren negatief bloggen over Duitsers dan toch een keer de klos? Als we langs de Øksfjord Gletsjer komen zet ik me al schap voor als het Duits weer aan de beurt is, ik heb de andere talen ook al begrepen maar deze lichting heeft schijnbaar ook alleen Russisch geleerd op school. In de regel is het eerst Noors dan Engels om vervolgens nog Duits, Spaans en Italiaans te doen. Na het “meine damen und herren” ontstaat er al roering onder de club. Ik kijk zelf niet uit het raam want ik heb de Øksfjord Gletsjer allang gegoogled en weet er nu al meer van dan zij ooit te weten zullen komen. Dan komen ze opdringen, langzaam schuifelen ze als een kudde wildebeest naar voren, ik bezwijk bijna onder de zure penetrante synthetische knoflook lucht van de goedkope Noorse salami waar ze zich bij de inclusief lunch allemaal mee volgepropt hebben. Een brutaal oud wijf trekt mijn tassen van de bank en laat haar modder vette flubber knieën die per stuk net zo breed zijn als mijn middel in de bank zakken. De Tempur vulling sist, of eigenlijk is het meer het uitstoten van een laatste adem stoot, ik ben bang dat van de bank in zijn laatste doodsstrijd het onderstel finaal af gaat breken.

De bank blijft heel, maar in mij breekt wel iets. Als ze op eigen kracht weer uit de bank probeert te komen en bijna met haar volle gewicht over me heen rolt, schreeuw ik in onvervalst Rotterdams dat ze met haar klauwen van m’n spullen af moet blijven en heel snel op moet sodemieteren. De blikken van de groep achter haar verkillen. Langzaam laat ik mijn hand in mijn tas glijden op zoek naar het busje pepperspray. Hebbes, laat ze nu maar komen. Al die Discovery uitzendingen met César Millán Favela, hebben er voor gezorgd dat ik helemaal vol zit met “calm and assertive energy”. Deze keer heb ik mazzel, ze gaan achteruit en laten me verder met rust. Het had heel anders af kunnen lopen, vergeet niet dat er wel een paar tussen kunnen zitten die nog hebben meegedaan aan het platbranden en plunderen van de eens zo mooie meest noordelijke stad ter wereld, Hammerfest.

Tegen de avond zijn ze bijna allemaal moe en gaan de meeste naar hun hut, gelukkig zat dit bij hun reis wel inbegrepen, en heb ik met wat geluk de hele lounge weer voor mezelf alleen en kan ik gaan proberen te gaan slapen. Nog een laatste uurtje moet ik doorbijten als we in Skjervoy aankomen is het weer even een halfuurtje de buitendeur op en dicht. Zelf zijn de meeste in de beschutting van hun hut een soort poolpakken aan gaan trekken. Gezellig met elkaar leuterend laten ze nog een poosje de deuren tegen elkaar open staan en vriezen mijn tenen er bijna af. Ik trek wat warmers aan en laat me op de bank in slaap vallen.