In het Drott hotel weten ze nog wat “ouderwetse” service inhoud, toegegeven het kost wat maar je krijgt er zoveel voor terug. Geen kogelharde immitatie boter in lastig te openen zilverpapier, waarbij er altijd meer boter aan je handen zit dan op je toast, maar nog met de hand gemaakte botterballetjes van licht gezoute grasboter. Verder is het assortiment werkelijk fabuleus en zelfs om even over 5 uur ‘s morgens hebben ze er niet zoals in de goedkopere hotels een slecht gehumeurde nacht portier op gezet maar is er al echte bediening. Dat ik aan het ontbijt in mijn stinkende fietskleding zit maakt ze geen bal uit, ze zijn wel meer gewend in het Drott hotel. Ze helpen me zelfs met de tassen naar buiten dragen, en we nemen hartelijk afscheid. In deze “oude wereld” klasse van service en klantgerichtheid hebben ze geen cursusje “Hostmanship” nodig, dat zit al in de genen, en het was toen ik meer dan 35 jaar geleden op de horeca vakschool zat ook al de meest normale zaak van de wereld. Nu in de nieuwe tijd moet klantgericht-vriendelijkheid “Smart” gemaakt worden en dat doe je natuurlijk door middel van een training of nog beter de heilige graal inzetten “the workshop”. Nu is alles in deze glossy wereld van “corporate dreamers” in het engels” en er is bijna niet meer uit te komen, vaak ontgaat me de bedoeling van deze vanuit het Amerikaans opgelegde ronkende “One liners”. Ik zeg Alleen jammer dat de zon nu wel schijnt als ik om 10 over 6 nog slaperig vanuit de trein naar buiten kijk.
Als ik in de trein zit, gaat het na vertrek gelukkig toch weer regenen en voel ik me totaal niet schuldig over mijn beslissing om het laatste stuk niet zelf te fietsen. Als eerste maak ik op de trein een praatje met Sven, en daarna heb ik nog een leuke ontmoeting met twee Amerikaanse fietsers. Daniel Wynn en Jay vanderNet. Als ik straks in Gothenbug ben zal ik vanaf het station eerst naar het kantoor van de DFDS line moeten fietsen. Kan me nog herinneren dat de fiets infrastructuur van deze stad echt ver benenden de maat is. Als een blindeman moet je talloze keren geheel onverwacht de straat oversteken om vervolgens ergens anders in de stad uit te komen dan je van plan was. Gistermiddag heb ik al even gebeld met de DFDS Line, die een geweldige service onderhouden met vrachtschepen vanuit Gent in Belgie. Ze varen dan ofwel in één keer door naar Gothenburg of via Breivik net onder Oslo in Noorwegen. En de andere kant op het zelfde liedje. De boot voor vrijdag kon ik niet meer halen, dus met geluk en beschikbaarheid van hutten zal het zaterdag middag worden. Deze boot gaat wel eerst naar Breivik en de tocht zal dus langer duren.
Nu al kijk ik uit naar 3 maaltijden per dag en net zoveel koffie als je weg kan krijgen. Als het lekker weer is dan kan er misschien op het bovendek gezwommen worden. Misschien vraag ik of ik weer een middagje op de brug rond mag hangen, dat was de laatste keer ook prachtig. Zou het weer de MS Petunia worden? waarvan ik de meeste bemaningsleden nog ken. Stig de purser en kok van de boot, een paar aardige dames die hem assisteerde. Verder was er nog Chris die 160 kg woog en alles op het container dek in de gaten hield. En Johanes de eerste stuurman. Niemand op de boot was in uniform, en het ging er allemaal vrij gemoedelijk aan toe. Jammer dat je geen bier kon krijgen aan boord.
Het fietsnetwerk gaf voor één keer zijn geheimen prijs, en na slechts een paar keer schuilen voor de ergste buien kom ik na bijna foutloos gereden te zijn op het kantoor van de DFDS aan. Na nog wat wachten en gesloten deuren, waar ik de lezer niet te lang mee wil vervelen, want je krijgt hier in de bewoonde wereld ook weer te maken met pennelikkers. De pennelikker is na de amoebe de laagste vorm van leven op deze planeet. Helaas kan je niet zonder hem of haar en zul je moeten buigen, of het hele stuk naar Nederland terug zwemmen.
Als ik helemaal rond ben en de betaling is gedaan kan ik morgenmiddag om 12 uur aan boord van het vrachtschip. Het is helaas niet de Petunia geworden, maar ik weet zeker dat op deze boot het eten ook prima zal zijn. Op de Garmin zie ik vlak bij Porte 4, waar ik morgen het haventerrein op moet zien te komen, een hotel uit de keten van Best Western. Het hotel heet voluit “Arken Hotel & Art Garden Spa”. Ik denk na het inchecken: zo nu nog maar 3 van dit soort overnachtingen en de Griekse economie is weer gered. Dan schiet me later op mijn kamer een regel uit het boekje “Modern & Dynamic Hostmanship” te binnen en ik wens voor ik in slaap val de Grieken “a nice day” toe.