Schreef ik gister nog dat ik het gevoel had dat het weer vandaag om zou slaan? Nou dat was een illusie. Na de fantastische rit met Luc op de vrachtwagen was ik lekker vroeg aangekomen in de “Big Four”, mijn overnachtings adres. Mevrouw Four is van nature een echte gastvrouw en doet dat leuk, haar man is een beetje nurks maar als je hem wat beter zou kennen denk ik dat het mee kan vallen. Ik denk dat hij bijna permanent in een slecht humeur is bij de gedachte aan al het schilderwerk wat er nog aan het bladderendde antieke 19de eeuwse Big Four gebouw gedaan moet worden. Verder is het een prima plek. Jammer dat ze mijn oude laptop met 802 standaard niet aan de praat konden krijgen op internet. Ik ben er niet al te lang over doorgegaan en zeg nooit dat ik in IT werk. Voor je het weet zit je tot diep in de nacht één of andere oude PC te reanimeren, waarvan de meekijkende eigenaar blijft beweren dat hij “echt” niets geks gedaan heeft.

Om 6 uur ben ik al wakker, ik was er vroeg ingegaan. Trek de deur van cabin 4 open om de ochtend te begroeten, en bovendien was het smoor heet in de cabin, omdat ik de kachel vol heb aangezet om m’n fietschoenen eens goed uit te drogen. Natte voeten zijn de pest voor het lange afstands fietsen. Het vel onder de voeten gaat zacht worden van het water, en na uren van aanzetten voel je ieder naadje en steekje van je sokken branden op je voetzolen. verder kan je natuurlijk na dagen van kletsnatte voeten ook te maken krijgen met schimmels en jeuk, of nog erger de gevreesde “trench foot” iets waar soldaten in de eerste wereld oorlog last van kregen na weken lang in de modder van de loopgraven te hebben gestaan en wat soms tot amputatie kon leiden.

Als de deur helemaal open gaat zie ik het, regen! wat een ellende! Ik had vandaag weer grootse plannen voor een super afstand. Niet weer he, waar heb ik dit aan verdiend? Teneer geslagen ga ik eerst maar eens het ontbijt buffet bezoeken, geen kale nekken vandaag die iedermoment vanuit de bomen neer kunnen strijken, er staan hier ook geen bussen voor de deur. Koffie prima, brood lekker en eitje precies goed. Verder geen bombarie maar daar is de prijs ook naar. Om 9 uur is het bijna droog en dan stopt het zelfs helemaal met regenen. Ik ga snel m’n fiets pakken en lever de sleutel in bij mevrouw Four, en ben weg. Na 22.44 kilometer tijdens het voorbijrijden van het nu buitengebruik zijnde stationetje van Munkfors, het hart van Nederlans Zweden. Begint het gelukkig weer keihard te regenen, ik was bijna vergeten hoe dat aanvoelde. Zweden bedankt voor de “reminder”. De weg door Munkfors wordt door de meeste Zweden uit de regio ook wel schamper “the Tulip Road” genoemd. En eigenlijk kan je er als echte explorer je neus ook beter maar niet laten zien. Het geeft een vals gevoel van “ik zit al in Groningen nog even doortrappen en ik ben thuis”.

Het hele stuk naar Karlstad is 85 km, dit is de derde keer dat ik dit stuk rij, en ieder jaar komen er slechtere stukken bij. Zweden probeerd zich al een tijdje te profileren als het fietsland van Europa. Geloof het niet, het is levensgevaarlijk. De Klaralvs baan zoals het fietspad heet is op sommige stukken echt bar slecht. Er zitten scheuren in die zo diep zijn dat er gelige rook uit komt, het moeten zwavel dampen zijn, want sommige zijn zo diep dat ze tot het middelpunt van de aarde reiken. Ook is er een strookje gras gemaaid op een 8 km lang traject. de bruin groene smorrie ligt over het fietspad en samen met de regen liggen de zwavel en sulfor scheuren verborgen onder het gras en de plassen. Het had met gemak het mooiste fietspad van Europa kunnen zijn, als ze niet hadden bezuinigd op de fundering van het fietspad. nu gieten ze om de zoveel jaar vloeibare pek in de gleuven. Eén keer kom ik er bijna af als ik met 35 km een haaks op het fietspad gekreeerd dubbel tracktor spoor induik. Ik schud helemaal door elkaar, gevolgd door een enorme “hind sider” waar Kevin Schwanz (USA – 5 voudig moto GP kampioen) zijn handen aan vol gehad zou hebben. Het is minder gevaarlijk dan de E45 maar het verschil is echt marginaal. Ik ben dol blij als ik ook deze keer weer zonder hechtingen in Karlstad aankom.

Ik geef toe het klaart onderweg een paar keer op en ik kan zowaar een paar zonnige foto’s maken. Ik neem de route naar Karlstad en niet de route die ik gemaakt had op de GPS om de hele zuidelijke tak van de E45 te kunnen vermijden. Niet ga ik zitten kloten met het internet in de Mc Donalds van Karlstad maar rij in een keer door naar het station. De beste oplossing om uit deze Spongebob expeditie te stappen is nu de trein pakken. Helaas kan je alleen maar één keer per dag met de fiets mee naar Gothenborg, en dat is om 06:07 als je het over een ontmoedigings beleid hebt dan is dit een goed voorbeeld. Daarom zie je in Zweden haast niemand met de fiets, wie komt er nou zo vroeg z’n nest uit?

Na het station en met een kaartje voor de trein van morgen ga ik de straat in tegenover het station en kies het aller duurste hotel uit wat ik zie. Als ik in de lobby van het “Drott” Hotel sta voel ik me al beter, en gaat het buiten net wat harder regenen dan het al deed. Haha ah haaa, verstoord kijkt het oudere clientele van het Drott hotel op, ze denken dat er net een gevaarlijke gek van de straat naar binnen is gelopen. Als ik bij het inchecken vraag of mijn fiets mee naar binnen mag, geven ze geen kik, dit is nog een ouderwets hotel waar de gast het wel heel bont moet maken om tot de orde geroepen te worden. Op mijn kamer scheer ik me, en trek na een douche mijn afritsbroek voor de 2e keer aan. Ik doe er een half nat niet al te verkreukeld souvenier T-Shirt van de Moouse Garden boven aan, en vind zelf dat ik er verduiveld netjes uit zie.

Beneden schuif ik van de lobby door naar de bar, en twijfel of ik champagne zal nemen om de tocht al af te sluiten? We zijn nog niet thuis en ik zag op mijn billet voor de trein dat het morgen vrijdag de 13e is, dus besluit toch bij gewoon pils te blijfen. Na een paar halve liters “Marie Stad” ga ik de”Dining Room” in en neem vooraf een verse asperge soep, gevolgd door een Angus T-Bone van bijna 800 gr. met een half flesje Pommerol. Daarna bestel ik 200 gr, “mature” Stilton van rauwe melk en toast van zure desem brood. Om vervolgens met een Cognac Napoleon 1804 plus handgerolde Cubaanse sigaar in de club fauteuils van de “Smoking Room” met uitzicht over de haven van Karlstad neer te ploffen. Krijg toch allemaal de kolere met die pokke regen zucht ik in half benevelde toestand.

Voordat ik in slaap val in mijn prima kamer, waar mijn fiets gewoon achter het bed tegen de gordijnen staat, tel ik in mijn hoofd nog even alle bonnetjes op van vandaag, en gierend van de lach denk ik bij mezelf dat van al dat geld mijn nieuwe fietsvriend Thomas van een paar dagen terug daar een wereld reis van had kunnen maken. Terwijl buiten de regen harder dan ooit tegen de ramen slaat schiet me nog iets te binnen…… met het geld van 5 van dit soort overnachtingen zou de Griekse economie gered zijn ……