Grasmaaier op hol geslagen? om 7 uur hoor ik een zware machine voor mijn raam op en neer rijden met het typische grasmaai geluid. Grasmaaien is zo’n beetje de nationale sport in Zweden, maar dat kan alleen als het droog is want anders blijft het gras aan de messen kleven. DROOG!!! Het dringt nu pas tot me door, na 4 dagen en zonder dat het op de weerkaart is aangekondigd, hoe kan dat nou? Net als de spreuk op de gevel van een van de oudste pc dumpstores in Rotterdam te weten de winkel van de kale Hans, beter bekend als “Crazy Hans”, waarop stond: “vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan”. Moet ik deze kans benutten, misschien regend het straks weer maar dan heb ik al een uurtje droog gereden. Iets wat langzaam op een ongekende bijna onhaalbare luxe begint te lijken.

Je vraagt je af waar ze ineens vandaan komen? De grijze golf is vroeg op, en bespringen als uitgehongerde olifanten jongen het ontbijtbuffet. Als ik eindelijk wat gepakt heb zie ik vanaf mijn tafeltje aan het raam twee bussen klaar staan met het opschrift “Kjetil’s Bussreiser”. Om mij te pesten is het achtergrond logo van de maatschappij een fraaie ondergaande zon. Die heb ik op deze trip geloof ik nog maar twee keer gezien.

Rond half 11 ben ik eindelijk weg, bij de receptie zit weer de aardige vrouw van vorig jaar. En ze kan me zich nog herinneren ook, dat maak je niet vaak mee. Buiten is één bus van Kjetil al vertrokken. Allen zitten ze nu volgepropt te dutten achter de raampjes, als een kooi vol gieren die net een heel giraffen karkas hebben afgepikt en alleen de bijna witte botten in de brandende zon hebben ze achter gelaten. De vulling van de tweede bus komt net als ik weg ga met veel gekrijs en agressief vleugel geklap de ontbijtzaal in.

Na precies 18.24 km op het tellertje begint het al te regenen, ik weet dat zo precies omdat ik net was gestopt om wat oude bouwwerken te bekijken. Als na 24.64 km de tweede bus van Kjetil me bijna van de weg drukt is het over gegaan in het typische moeson regen patroon van de laatste week. Ik kom steeds verder naar het zuiden dus echt koud is het niet meer. Toch weet ik van andere jaren dat er straks voordat ik in de plaat Stollet kom nog een paar uur fors naar boven getrapt moet worden naar “the Dutch Mountain” De tent waar je echt niet gezien wil worden, en alleen naar binnen gaat als je er door ambulance personeel ingedragen wordt.

Voordat het zover is moet eerst de lunch van Malung even zakken. Aan de overkant is een Sibylla trog, alleen het eerste jaar heb ik me wel eens laten verleiden door de doordachte corporate disign kleuren van de Sibylla keten. De meest vunzige vetschuren die de mensheid ooit heeft aanschouwd. Nee ik zit aan de overkant bij de Sandbacks Bistro, aardige vrouw legt me even uit dat ik beter het dagmenu kan nemen voor € 8,50, en vandaag heeft ze een heel buffet vol met wraps, tortillas, gehakt, snoei hete pepers, sauzen, sourcream enz…… Ik begin te geloven dat de naam van de plaats Malung eigenlijk Mexico moet zijn. Als ik er 4 op heb moet ik opgeven, maar kan nog verder met de inclusief koffie en limonade siroop. Dus wie ooit door Malung rijd en het is tijd voor de lunch pak de “Sandbacks Bistro”. De eigenaresse komt uit Istamboel, dus dat zit wel goed. En nog goed nieuws voor mijn collega Gazi Sengunlu, Effes, het Turkse bier, is hier ook volop verkrijgbaar. Dus volgend jaar naar Zweden.

De klim naar de Dutch Mountain gaat een paar maal op en neer tot dat eindelijk het hoogste punt 519 meter wordt bereikt, en ik weet van andere jaren dat het dan tot Stollet bijna alleen maar afdalen is naar het rivier dal van de Klaralven rivier. Stiekum ga ik toch even binnen in de Dutch Mountain Caffé, Misschien ben ik het eerste jaar wel te streng geweest met de saté en de veel te zoute frites. Ik neem alleen koffie en een Cola. Internet hebben ze niet dus ik zal niet lang blijven. Aardige man uit Limburg schenkt zelfs nog een keer gratis een mok koffie na, en dat zijn extra punten. Ik zeg: het kan weer, maar kijk eerst of je geen nederlandse nummerplaten op de parkeerplaats ziet.

Dan gebeurt er iets wat de regenachtige klote dagen weer tot een feest maken. Iets na mij is een Nederlandse vrachtwagen chaufeur binnen gekomen. Ik vraag of hij naar het zuiden gaat zomaar uit interesse, en hij vraagt bijna direct of ik mee wil rijden. Nou goed idee, ik doe momenteel alles om uit de klauwen van Spongebob te ontsnappen. Dus Luc is geen treuzelaar en gaat na de koffie gelijk weg. Na Stollet nog ergens 12 ton alluminium poeder laden. Bijna 60 km kan ik meerijden in de super luxe cabine. Het is zo hoog dat het lijkt of je vanuit Google Earth naar beneden kijkt. Mensen lijken kleiner als je vanaf je 3 meter hoge stoel op ze neerkijkt. Er zit nog maar twee ton lading in plus mijn fiets, en het rijd als een luxe auto. Fantastisch Luc, een super rit. Ik leer van alles over de wereld van het transport in Scandinavie, een ijsketting weegt 70 kg, en je hebt wel een half uur nodig om er één onder te leggen. Luc is net als ik niet gecharmeerd van Campers, en al helemaal niet van Caravans, dat schept een band. De combinatie van Luc die 50 ton kan vervoeren en de nietige ligfiets met 20 kg bagage hebben iets gemeen.

Als ik eruit ga op een industrie terreintje fiets ik verder naar Rada waar ik vorig jaar ook al eens overnachte in de Big Four. Wat aanvankelijk een klote dag met weer veel te veel regen leek te worden is toch nog omgeslagen in een gezellige lunch en een fantastische rit met Luc op de enorme vrachtwagen. Hier zie ik ook hele stukken onbewolkte lucht en ik weet zeker dat het morgen mee gaat vallen met het weer.