Na een ontbijtje van Scandinavische snit waar alles op het buffet beheerst wordt door tubes met de meest ransige visproducten. Hier zit zo’n penetrante geur en smaak aan dat voor de niet vis liefhebbers dit gecompenseert schijnt te moeten worden met het meest smakeloze brood en een rubberachtige kaas die te lang op het buffet heeft gelegen en ook al naar vis is gaan smaken.
Ik ben helemaal klaar om een uur of 11 en zie dat ik ook nog een gebroken spaak heb in het voorwiel. Daar zullen die wereldfietsende duitsers nog wel even en passant hun trapper ingedrukt hebben op de Hurtigrute met hun veel te zware fiets. Het is nog niet schokkend en met een lichte wobble kan ik nog prima rijden.
klimmen vanaf zeeniveau naar de veel hoger gelegen grens met Zweden vergt wel enige kracht en tijd. de weg is heel erg druk dus het is weer goed in de spiegel kijken. Ik maak me niet al te druk en trap langzaam naar boven tot dik 400 meter waar af en toe volgens de borden stukken van 9% bij zitten. Af en toe maak ik nog even een laatste serie met foto’s van de fjord die langzaam wegzakt onder mij. Met als dominant middelpunt weer zo’n hoge brug waar de weg naar Narvik over gaat.
Boven in de pas is een waterkracht centrale en hebben malloten een stuk of 10 enorme windmolens in het landschap neer gegooid. Voor een land met zoveel olie gas en waterkracht energie lijkt me dit een beetje overkill. Ook is er een monument voor gevangenen die hier zijn omgekomen aan het einde van de 2e wereld oorlog tevens is er in 1942 een belangerijke slag geleverd tegen de Duitsers in deze pas. Allemaal mooi om thuis op een winter avond over in te lezen. Er ligt nog volop sneeuw overal. Nu is het de bedoeling om in twee dagen naar Galivare te rijden en dat is hiervandaan nog een dikke 300 km. Ik heb de weg door het Abisco National Park nog nooit gemaakt dus weet niet wat er gaat komen.
Als ik over de grens ben ga ik kijken waar het huis van Magnus staat, een aardige knul die ik op mijn eerst reis naar de Noord Kaap ontmoeten op het station van Galivaren. Samen met zijn vriend Patrick waren ze op een bruiloft geweest en wachte al vroeg op de trein in ietwat beschonken toestand. Magnus is helemaal gek van snowscooters en geeft er een bak met geld aan uit, en heeft zelfs een appartement gekocht in het skiresort net over de grens. Ik heb er al zo vaak Facebook fotos van gezien dat de lokatie geen geheim meer is voor mij. Ik zet m’n fiets langs de vangrail en maak een foto met zijn appartement op de achtergrond. Zelfs nu begin juli kan er op de hogere hellingen het gas van de snowscooters nog volop worden opengetrokken.
Na een lange lunch tot bijna 5 uur moet ik door voor een andere “special” voor FB vriendin Malin die treinmachinist is op de sterkste erts trein ter wereld. Het geluk is met me als ik zo’n monster met 16 aangedreven wielen voor een rood signaal zie staan. Ik ga snel een kleine toegangs weg op om m’n fiets half over het spoor te zetten. Dan zwaai ik naar de machinist. De raampjes spiegelen dus ik zie niet eens of er wel iemand in zit. Er is natuurlijk maar een kleine kans dat ze het is want de ertswagons rijden hier af en aan de hele dag.
Later ‘s avonds hoor ik via FB van haar dat ze vrij was, anders had ik zeker met haar mee kunnen rijden. Had ik het van te voren maar beter in elkaar gezet dan zou het een prachtige bijzondere rit zijn geweest die niet veel mensen gedaan hebben. Altijd leuk om goede contakten te hebben. Dan maar fietsen naar Kiruna een dikke 135 km verder. Ik zal er pas 5 uur later aankomen en het is dan al over tienen. Het weinig inspirerende E-10 Hotel is een schril contrast tussen de mooie natuur van het Abisco National Park met als hoogte punt de prachtige bergformatie die ze de Lapporte noemen die in de Saami cultuur een belangerijke plaats heeft.
Ik ga toch weer te laat slapen en zal morgen wel weer pas tegen de lunch vertrekken ben ik bang. maar ik geloof dat ik weer bijna in de zwarte cijfers reed voor de ERN leden, die zullen blij zijn te lezen dat het 185 km was. Nog net geen instap brevet, maar het is een begin.